Eerst sta je recht en groet je vanop je plaats naar het midden. Daarna stap je naar de plaats vanwaar je iets zal moeten voordoen en groet je je sensei. Als je na je oefening klaar bent en je sensei zegt dat je mag gaan zitten, groet je weer je sensei en groet je een laatste keer als je weer gaat zitten.
Als je iets met partner moet voordoen, sta je eerst recht en groet je naar het midden. Dan ga je voor je (zittende) partner staan en groet je hem of haar. Je gaat naar de plaats waar je je oefening moet doen en groet eerst je sensei en daarna nogmaals je partner. Heb je je oefening gedaan, dan groet je je partner opnieuw en draai je je naar je sensei. Zegt deze dat je terug mag gaan zitten, dan groet je je sensei en groet je nog een laatste keer voor je gaat zitten.